Breda heeft toegankelijkheid al langer hoog op de agenda staan. De Brabantse stad won er verschillende prijzen mee. Met al dit succes rust ze niet op haar lauweren. Met de hulp van ruim dertig ervaringsdeskundigen blijft Breda werken om echt voor een iedereen een inclusieve stad te worden.
Niet de mensen hebben een beperking, maar de stad
Al voordat Nederland vier jaar geleden het VN-Verdrag Handicap ratificeerde was de Breda al bezig de gastvrijheid en toegankelijkheid te verbeteren. Na de startconferentie in 2016, en hard werken aan een Agenda Toegankelijkheid in 2017 en 2018, won Breda de prestigieuze Access City Award. van de Europese Commissie. Reden: omdat de verschillende partijen in de stad zo goed samenwerkten aan toegankelijkheid. Afgelopen oktober werd Breda in het kader van de European Smart Tourism Award verkozen als de Meest Toegankelijke Stad van Europa op dit gebied. Ook ondertekenden achttien organisaties een lokaal toegankelijkheidsakkoord, dat een van de speerpunten van de Bredase Vervolgagenda Toegankelijkheid 2019-2020 was. Deze agenda is de afgelopen zomer opgesteld door de partijen in afstemming met ervaringsdeskundigen.
Ervaringsdeskundigen
Om te weten wat er precies speelt in de stad, en waar de behoeften liggen, maakt de gemeente gebruik van een vast team van circa 30 ervaringsdeskundigen. Van mensen in een rolstoel, laaggeletterden, mensen met autisme tot senioren. Op een aantal bijeenkomsten in aanloop naar een Vervolgagenda konden zij hun stem laten horen.
Juan Seleky werkte tot vier jaar geleden als beleidsadviseur wonen en zorg bij de gemeente en is sinds zijn pensioen betrokken geraakt bij de Seniorenraad. “We adviseren het college B&W over toegankelijkheid voor senioren, zoals bij zorg, huisvesting, begeleiding. Als oudere krijg je nu eenmaal te maken met beperkingen. Juist de oudere is deskundige op het gebied van schouwen of bijvoorbeeld winkels toegankelijk zijn. Iedereen moet mee kunnen doen in een inclusieve stad. Een stad die goed is ingericht voor mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben is een stad die goed is voor iedereen. Dat we mogen meedenken is een voorbeeld van hoe burgerparticipatie hoort. Het is de vierde stap: co-creatie. Als burgers zijn we een toegevoegde waarde.”
Namens de stichting Roll With Us is Sinéad Power betrokken geweest bij de bijeenkomsten. Sinds 2011 zit ze in een rolstoel en heeft ervaren hoe het is als je te goed bent voor dagbesteding maar niet kan meedoen. “Dan is er weinig plek waar je naartoe kan. Bij de stichting hebben we nu wel een plek gemaakt waar mensen kunnen samenkomen, die tussen wal en schip vallen. Zoals mensen met neurologische klachten. Het is fijn hoe Breda met ons omgaat: echt in de trant van ‘niks over ons zonder ons’.
‘Verbindingen zijn korter’
Een belangrijke opbrengst van de bijeenkomsten is dat alle organisaties elkaar beter hebben leren kennen, vertelt Gerard van Gestel, namens de gemeente betrokken bij de Vervolgagenda. “De verbindingen zijn korter geworden. We zijn nauwer gaan samenwerken. De kracht van Breda is dat al die partijen samenwerken en geen losse eilandjes meer zijn. En ook dat voor iedereen vanzelfsprekend is dat de inbreng van de ervaringsdeskundigen belangrijk is. Juist de ontmoeting stond centraal in de bijeenkomsten.
“Waar we voorheen vooral gericht waren op fysieke beperking zijn we nu juist meer gericht op de niet-zichtbare beperkingen, zoals laaggeletterdheid”, vertelt collega Karel Dollekens van de gemeente over het nieuwe akkoord. “Je ervaart nu ook hoe andere mensen het ervaren. Dat bewustzijn moeten we zo breed mogelijk maken. Zodat bijvoorbeeld een winkelier zijn buurman erop wijst als zijn reclameborden de geleidelijnen op de stoep blokkeren. Je merkt dat winkeliers meer bewust worden en budget hebben vrijgemaakt voor de verbetering van de toegankelijkheid. Bijvoorbeeld om pashokjes te verbreden.”
Ook veel van de ervaringsdeskundigen zagen hun focus verbreed. “Het ging voor mij in het begin eigenlijk alleen maar om fysieke toegankelijkheid”, vertelt Power. “Hoe ik met mijn rolstoel ergens binnen kon komen. Dat het ook kan gaan om digitale toegankelijkheid of om laaggeletterdheid heb ik dankzij de samenwerking geleerd. Daar had ik eerder nooit bij stilgestaan. Door samenwerken verbreedt je elkaars visie. We zijn klein begonnen maar zijn nu een enorme beweging in de stad.”
Prikkelvrij winkelen
Sinds 2016 is er veel gebeurd in de Nassaustad. Waren er in het begin vooral belangenbehartigers betrokken bij de agenda, nu denken ook ambtenaren en ondernemers mee. Zo is de jaarlijkse kermis een paar uur prikkelvrij en kun je bij een Albert Heijn op gezette tijden prikkelvrij winkelen. Zo’n tweehonderd gebouwen zijn inmiddels door de betrokken partners geschouwd en beoordeeld op toegankelijkheid. Daarnaast hebben achthonderd winkels en horecabedrijven een quick scan gehad.
Focus op vrije tijd
Wat gaat dit jaar brengen? Dollekens: “In het eerste kwartaal gaan we weer bij elkaar komen met de ervaringsdeskundigen, gemeente en andere stakeholders. Dan bespreken we hoe het staat met de met elkaar vastgestelde speerpunten.” Aandacht is er vooral voor toegankelijkheid van evenementen, zoals een aantal festivals, en de etappe van de Vuelta, de wielerronde van Spanje, die in Breda in 2020 een start en finish kent. “We hebben nauw contact met de organisatie van de Vuelta om rond het parcours een prikkelvrije omgeving in te richten. De organisatie is erg enthousiast en wil dit ook in Spanje toepassen. Ook komt er een blindentribune, net als we die al hebben bij voetbalclub NAC Breda.” Een ander speerpunt is het plaatsen van meer bankjes in de stad. Er ligt al een samenhangend ‘bankenplan’. Andere punten zijn bijvoorbeeld toegankelijk uitgaansleven en uitbreiding van de routegeleiding in het centrum van Breda.
Verder gaat Breda buitengewoon ambtenaren toegankelijkheid (BATS) aanstellen. Van Gestel legt uit: “Dit zijn ervaringsdeskundigen die een overeenkomst aangaan met de gemeente voor een aantal uren en die we koppelen aan een bepaalde afdeling binnen de gemeente om mee te denken. Ze krijgen een belangrijke adviserende rol en gaan samen met collega’s projecten oppakken. Bijvoorbeeld inrichting van een park of nieuw communicatiebeleid.”
v.l.n.r.: Sinead Power, Karel Dollekens, Juan Seleky en Gerard van Gestel.
Seniorenraad blij met het beleid
De Seniorenraad is blij met het beleid van de gemeente. “Er zijn in Breda 34.000 65-plussers. Daar moet je rekening mee houden. Mensen willen langer thuis wonen, daar is ook een toegankelijke omgeving nodig”, vertelt Seleky. “Die zaken moeten we goed regelen. Er is een beweging gaande, kijk maar naar de dementievriendelijke gemeente. Ouderen met een lichte vorm van dementie kunnen langer thuis wonen, dankzij ICT en domotica. Als je de omgeving aanpast met kleuren en lichten vinden ze makkelijker hun weg naar huis. Bijvoorbeeld door een flatgebouw aan een kant een bepaalde kleur te geven. Dat werkt ook voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Ik vind zelf heel belangrijk dat het beleid ook integraal is. Het is niet alleen voor mensen met een beperking, maar ook voor ouderen of laaggeletterden.”
Dollekens is het daar helemaal mee eens: “De samenleving is diverser geworden. Laaggeletterdheid is jarenlang verborgen geweest maar nu kun je er erover praten. Voor het eerst wordt er nu naar mij geluisterd, is het gevoel. Voor ons is het een belangrijk uitgangspunt: niet de mensen hebben een beperking, maar de stad. De samenleving is aan zet om die beperking op te heffen.”